zaterdag 30 maart 2013

Bol, ronde bol

Een experiment: een ongebruikelijk vormgegeven gedicht.


Hoe je dit leest, mag je zelf weten. Of je nou van boven naar beneden, van links naar rechts of misschien wel van rechts naar links leest of zelfs kriskras, het mag allemaal.

Tel je zegeningen

Soms heb ik van die momenten dat
Ik me zo eenzaam voel als wat
Dan zie ik om me heen en kijk
Alle leven is met twee gelijk

Mensen lopen hand in hand, verliefd
Een vader knuffelt zijn kind, zo geliefd
Ik kijk om me heen en zie
Voor mij is het er nie

Dan bedenk ik me: dat denken is fout
Want er is wel iemand die van me houdt
Meer mensen zelfs, lieve mensen om me heen
Ik ben heus niet zo alleen

Maar af en toe voel ik me toch wat eenzaam
Niet zo vrolijk, gezellig en goed
Dat weet ik dat ik mijn zegeningen tellen moet
Zodat die sombere bui weer weg zal gaan

Dan denk ik aan Mama, zo warm en hartelijk en lief
En aan mijn lieve familie en aan Floor en Sieg
Collega's, vrienden, kennissen om me heen
Ik ben heus niet echt eenzaam alleen.

Dat de wereld af en toe zo legig lijken moet
Is gezond en toch alleen maar goed
Want dan tel je weer je zegeningen stuk voor stuk
Alle kleine dingen die zo veel bijdragen tot het echt geluk

En die zegeningen, nou dat zijn er best wel veel
Elke klein stukje heeft zijn heel rechtmatig deel
En al ben ik soms eens heel erg nukkig
Alles met elkaar ben ik best wel heel gelukkig.

Buizerd is als buizerd doet

Langs de weg op een hectometerpaaltje
Zit een oude buizerd te azen op een maaltje
Even verderop gaat een haas de weg oversteken
Dat levert vast een maaltje op, zo is de buizerd gebleken

Een langsrazende auto is sneller dan haas
Het vrees'lijk moment gaat voorbij in een waas
Wat rest is een hoopje van vlees met wat vacht
Dat de buizerd fluks op de wieken bracht

Doch bij het verslinden dier smakelijke prooi
Belandde buizerd in wat onhandig geklooi
Een doordringende claxon klinkt ineens op
Een dofharde klap schrikt ons op

En wat eens een prachtige buizerd was
Is nu slechts een bloedend karkas
Maar even verderop op een paaltje
zit een jonge buizerd te azen op dat smakelijke maaltje

vrijdag 29 maart 2013

Ketting van auto's

Schitterend en fonkelend behang
Een ketting met bewegende diamanten

Erboven biddende torenvalken
Die een prooi hopen te verschalken

Zwarte lijn tussen groene planten
Autoruiten schitterend in zonsondergang

maandag 25 maart 2013

Dag, onbekende.


Elke morgen loopt zij daar
Bruine jas en zwarte handtas
Lang ravenzwart haar
Kwiek vooruit met ferme pas

Waar zij heen gaat weet ik niet
Wat zij doen gaat, onbekend
Als je haar daar lopen ziet
Wil je dat mysterie hebben gekend

Ooit op een mooie zomermorgen
Dan stap ik uit de auto en dan vraag ik haar
“Mooie dame met uw gezichtje vol met zorgen
Waarom loopt U hier iedere morgen?”

“‘t Is niet dat ik mijn neus graag in uw zaken steek
Maar ‘t is zoals u elke morgens keek
U kijkt zo droevig, zo zorgelijk en moe
En dat raakt mij, da’s de hele kloe”

Elke morgen zie je haar, als je er bent
Kwieke pas, bestemming onbekend
Lang zwart haar en mooie gouden teint
Een echte dame en echt elegante schoonheid

vrijdag 22 maart 2013

Pelgrims der pen

Dromerig staar ik even naar buiten 
Sneeuw dwarrelt op de wind langs de ruiten
Binnen zitten mensen naarstig te schrijven
Aan inspirerende verhalen die zeker beklijven

We zijn bezig zo intensief en geconcentreerd
Negatieve energie wordt manhaftig geweerd
Ieders pelgrimstocht eindigt zeer positief
Levensverhalen vertellen zo ontroerend en lief

Vermoeid na een dag schrijven staar ik naar buiten
Sneeuwvlokken blijven plakken tegen de ruiten
Ondanks moeheid blij dat ik er bij geweest ben
En mezelf weer een stukje beter ken 

donderdag 21 maart 2013

Lentesneeuw en Zwanenmeer


Uit de lucht zovele koude witte vlokjes
Dwarrelen luchtig naar benêe
Het zijn net feetjes met sneeuwkristallentulle rokjes
Zij slepen mijn fantasie zo gretig met zich mee

De koude witte sneeuw valt neer
Het fantasiemachientje begint te delibereren
En ineens zijn het zwaantjes uit het Zwanenmeer
En de vlokken zijn de zwanenveren

Kleine feetjes, lief en schattig en toch ook wel blits
Danseresjes met sneeuwkristallen rokjes
Zo gracieus op echte balletspitz
Zie ze dansen op de sneeuwklokjes

De warme aarde komt ras naderbij
Zachtjes vleien de feeënvlokjes neer
Warm in aarz'lend lentezon smelten zij
En het sneeuwvlokdanseresjes-Zwanenmeer
Dat is er dan zomaar ineens niet meer

woensdag 20 maart 2013

De Oude Grijze



Korte toelichting:
De Groningse Martinitoren wordt in het dialect "Oale Grieze" genoemd, oftewel oude grijze. Sinds het einde van de vijftiende eeuw is hij het markantste van de Groninger cityline. Van welke kant je op Groningen af komt rijden, je ziet van veraf de Martinitoren. En als Groninger weet je dan dat je weer thuis bent...

Oud en grijs is hij, zo oud en wijs
Dij Oale Grieze, dij oale wieze
Honderden jaren vrede, oorlog, kou en ijs
In zijn schaduw liepen boeren en markiezen

Honderden jaren machtig en standvastig
De Groninger volksaard immer indachtig
Ietwat stoer en stug en zonder franje
Maar op hem rekenen, dat kan je

Oud en wijs en oud en grijs
Blijf daar voor altijd staan
Grûnnegers die van Londen of Parijs
Weer “noar Stad tou” komen gaan

Zien vanuit de verste het eerst 
dij Oale Grieze Martinitoren
En uit ieders mond is het dan te horen:

Kiek mien laiverd, zit nou nait te kniez’n
tis hailegoar gain dronkmansroes
Wie zain de Oale Grieze
Nou benn’n wie ja weer thoes.


P.S.: Gronings schrijven is niet een van mijn sterkste punten. Mocht er dus een spelfout in de Groningstalige delen van dit schrijfsel zitten, dan verbeter ik die graag.

dinsdag 12 maart 2013

Schimmel in de mist


In de kleine wei
Tussen fietspad en rijbaan
Zie ik hem 's ochtends staan

Stil staat het paard
Stil in de mist als een standbeeld
Terwijl de wind met zijn manen speelt

Het lijkt wel of hij zweeft
Alsof hij iets hemels mee heeft gebracht
Zacht-wijze ogen in sneeuwwitte vacht

Vleugels ontvouwen zich
Zo groot en zo sterk
Het paard springt op
Springt op naar het zwerk

Ik kijk hem na en zwaai

Dag

Pegasus

Doorhollen of stilstaan


DrukDrukDrukDrukDruk
ZoveelKlusjesEnKarweitjes
RennenBlindVoorbijAanMooieWeitjes
ZuchtenOnderDeDrukVanHetJuk

Wie        staat  er               nog    

       Bewust




         Stil





Een          moment           van     

       Niets


           Ademhalen


         en



       Stilte





MaarWeGaanZonderDollen
AltijdHollenHollenHollen
InDieDrukkeSnelleJacht
OpJachtNaarGeldStatusEnMacht


Sta       eens


  even


 


    Stil





Haal adem

Kijk 
om je heen
Zie
wat je hebt
               gezegend 
               ben je

En voel

dat je

   L E E F T

donderdag 7 maart 2013

Elfje tussendoor

geslapen
heel vast
als een blok
nu heb ik hoofdpijn
paracetamol

vrijdag 1 maart 2013

Tussen je fantasie en je droom

Op het punt van ontmoeting
Tussen je fantasie en je droom
Ligt een plek dat de tijd ving
Een plek, magisch en mysterieus ongewoon

Een plek van zowel zijn als van niet-zijn
Waar de tegenstellingen beide zijn tegelijk
Waar de tijd jammert en raast als in pijn
Want hij is machteloos gemaakt in dit rijk

Eindeloos eeuwig, uitgestrekt en oneindig
Tot de horizon een leeg magisch land
Klaar voor bedenksels droevig en geinig
Die zullen ontspruiten aan dat nietsloze zand

Je eigen mysterieuswondere bouwgrond
Voor de landerijen en gebouwen der geest
De plek die zowel je fantasie als je droom bond
Die je verhalen magisch aaneen weeft

Dat is het midden van niets
Leeg gelijk een vers blad papier
Het vullen kun jij alleen doen
't zijn jouw verhalen die wortelen hier

Je kunt het vullen met trollen, kabouters
Bevolken het land met magiër, fakir en gnoom
Laat jij er wonen de lieverds en stouterds
Daar in dat land tussen je fantasie en je droom

In dat verre midden van niets
Uitgestrekt, oneindig en leeg
Ligt het land eeuwig geduldig voor je klaar
Te wachten op het idee dat je kreeg

Vul het midden van niets met jouw gedachten
Vul het met luchtkastelen van kristalhelder glas
En met de dromen van zovele nachten
Die samen spelend afwachten tot jij er ook was

Dan zullen jullie samen spelen
Je bedenksels, gedachten en dromen en jij
Samen
In het leeg toch gevulde midden van niets.