Weilanden aan weerskanten
Een slootje met wat eenden
Verstopt tussen waterplanten
Ineens vliegt hij over de weg
Een schrik gevolgd door doffe klap
Wat net een levende eend was
Is nu een hoopje veren, levenloos en slap
Noodgedwongen houd ik fanatiek mijn ogen
Zoekend naar parkeerplaats langs de snelweg
Een eenzame traan rolt over mijn wang
Verdrietig-ongelukkig veeg ik hem weg
Ik heb een eend doodgereden
Het schreeuwt in mijn hoofd
Dood! Schuldig! Schuldig!
Even is mijn denken helemaal verdoofd
Ik verman mij, start de motor en rij verder
laat achter mij de wereld en de rest
de tijd tikt door en de wereld wacht niet
zelfs niet voor eendje minder op het nest
Geen opmerkingen:
Een reactie posten