De zon schijnt nog maar 't is al best wel fris
Duidelijk dat de zomerwarmte weer vertrokken is
En 's nachts vriest het weer op 't land
De winter nadert, de winter met haar kou en sneeuw
Met bittere wind die je doet huiveren en rillen
Met stijfbevroren vingers en met katten die naar kachels willen
Met geen vogels, enkel die schreeuw van een eenzame meeuw
Het is weer die tijd van het jaar
Tijd voor snert en boerenkool en hutspot
Tijd om dag te zeggen tegen zomerzot
Tijd voor ganzenborden samen bij elkaar
Ach wat kan ik zeggen dat niet al eerder is gezegd
Die mooie zomer is alweer voorbij en laat de herfst achter
Wind en regen, storm en geel-en-rood-gebladerde wachters
Met bittere wind die je doet huiveren en rillen
Met stijfbevroren vingers en met katten die naar kachels willen
Met geen vogels, enkel die schreeuw van een eenzame meeuw
Het is weer die tijd van het jaar
Tijd voor snert en boerenkool en hutspot
Tijd om dag te zeggen tegen zomerzot
Tijd voor ganzenborden samen bij elkaar
Ach wat kan ik zeggen dat niet al eerder is gezegd
Die mooie zomer is alweer voorbij en laat de herfst achter
Wind en regen, storm en geel-en-rood-gebladerde wachters
En weer wordt de melancholieke bui bij mijn voordeur neergelegd
Het mooie weer is nog niet eens helemaal voorbij
En ik droom alweer van lente, paashaas, kuikens en van maart
Van fris jong groen, de eerste zwaluw en een narcisje ook er bij
Die de lente als een nieuw begin ervaart
Het mooie weer is nog niet eens helemaal voorbij
En ik droom alweer van lente, paashaas, kuikens en van maart
Van fris jong groen, de eerste zwaluw en een narcisje ook er bij
Die de lente als een nieuw begin ervaart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten