Zonneschijn en vrolijkheid, iedereen die lacht
Maar van binnen heeft een demon me in zijn macht
Hij zegt me dat ik niets kan of ben, waardeloos stuk vreten
Ik krimp ineen en huil, wil dat echt niet weten
We vechten, hij en ik, slagveld om ons heen
Hij zo groot en sterk, kleine ikke helemaal alleen
Koppig zet ik door, en de overwinning wordt van mij
't Volgend treffen zal weer ietwat makkelijker zijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten